Sɛ·bɪs·mə

Een logische en consequente visie op de wereld en het leven



God is niet

25 november
2009

God is niet een man met een lange witte baard, die vanuit een hemelse troon de mensheid observeert en haar daden beoordeelt. God is geen vrouw. God is niet de eerste warme zonnestraal van de lente, een verfrissende regenbui aan het einde van een hittegolf of een adembenemend pak pure sneeuw op eerste kerstdag: God is in het genieten van deze momenten. God is geen almachtige marionetspeler die mensen als willoze objecten inzet om zijn doelstellingen te verwezenlijken. God is geen alwetende routeplanner die ieder mensenleven op ingenieuze wijze naar een prachtige eindbestemming leidt maar zich daarbij genoodzaakt ziet om onderweg onnodig veel pijn en ellende te veroorzaken. God sluit zijn ogen niet voor het lijden van de mens, tenzij de mens zelf zijn ogen sluit voor het lijden van zijn medemens.

God heeft niet slechts één naam, welke in één eeuwenoud geschrift aan één uitverkoren volk is geopenbaard. JHWH, Allah en de Heere zijn allen dezelfde, met als verwarrend onderscheid dat ieder van hen is gerelateerd aan een specifieke set van ogenschijnlijk met elkaar tegenstrijdige mythes en legendes. Opgenomen in de cultuur van een bepaalde plaats en tijd heeft God een identiteit toebedeeld gekregen overeenkomstig de aanwezige kennis en verbeeldingskracht van de betrokken bevolkingsgroep. God is daardoor meerdere keren, op meerdere momenten in de geschiedenis geschapen naar het door voortschrijdend inzicht bijgestelde beeld van de mens.

Bovendien laat geen van deze versies van God zich onomstotelijk bewijzen door aantoonbare correcte geschiedschrijving. Door zichzelf te idealiseren als de enige waarheid sluit het merendeel van de religies elkaar uit voor coëxistentie: volgens de geschriften waarop ze gebaseerd zijn, kunnen de verschillende Godfiguren niet naast elkaar bestaan. Toch kennen al deze religies miljoenen devote aanhangers die zich dagelijks geleid en gesteund voelen door de God die zij aanbidden. God laat zich kennen in ervaring, naastenliefde en positieve intenties, niet in de feitelijke omschrijving van wonderbaarlijke verhalen over historische dan wel mythologische figuren.

Gods wil is niet samen te vatten in een simpele reeks van tien geboden of 613 leefregels, noch in boekwerken van duizenden pagina’s. Heilige voorschriften zijn niet standaard bestand tegen de tand des tijds: inzichten die in oudtestamentische tijden vernieuwend waren, zijn in veel gevallen inmiddels hopeloos gedateerd. God blijft dezelfde, maar de samenleving is continu in ontwikkeling en daardoor verandert de relatie tussen beide. Verachtelijke handelingen verliezen hun tijdelijke betekenis, hun waarde, en daarmee de veroordeling die met overtreding ervan samenhangt, terwijl wetenschappelijke en maatschappelijke vooruitgang nieuwe handelingen mogelijk maakt waar nog geen goddelijk oordeel over staat beschreven. Geen enkele daad kan daarom op grond van alleen de uiterlijke verschijningsvorm worden veroordeeld als onrein of zondig. God is niet verbonden aan fysieke handelingen, maar hij is als vanzelf aanwezig in alle pure, positieve intenties en gedachtes.

God luistert niet naar de woorden van psalmen, gezangen of mantra’s, maar naar de reden waarom iemand ze uit volle borst, mompelend of fluisterend uitspreekt. God bevindt zich niet in een voor hem gebouwde en ingerichte ruimte: een tempel, synagoge, moskee of kerk is leeg ware het niet voor de mensen die er samenkomen om met God te zijn. God is onder ons, God is één van ons, God is ieder van ons die zijn lichaam als heilig instrument ziet om goed te doen voor anderen zonder eigenbelang na te streven. God is niet dood, zolang er mensen zijn die in hem geloven. De mens ontstaat door zijn vermogen om basale overlevingsinstincten te overstijgen en morele beslissingen te maken en God ontstaat vervolgens door het liefdevol menselijk handelen dat hieruit kan voorkomen.

God is niet te leren vanuit boeken of opvoeding: via die weg worden alleen de persoonlijke opvattingen van de betrokken schrijvers en ouders doorgegeven en er is geen reden om hun bescheiden mening blindelings over te nemen en als enige waarheid te verafgoden. Religieuze leiders kennen de God waarop zij jarenlang hebben gestudeerd niet beter dan de gelovigen die zich wekelijks voor hun preekgestoelte verzamelen, en trouwe kerkgangers kennen God niet beter dan hun medemens die thuis blijft. Binnen de statische gemeenschap van het godsdienstig instituut dienen zowel de leiders als hun volgelingen de heersende opvattingen gehoorzaam te onderschrijven en zich te conformeren naar beslissingen van leiders hoger in de hiërarchie, waardoor de ruimte voor geestelijke groei zeer beperkt is.

Gods wegen zijn niet ondoorgrondelijk. Alleen toevalsprocessen, de gebeurtenissen waarbij de mens niet voldoende kennis en inzicht bezit om oorzaak, mechanisme en gevolg te onderscheiden, zijn bij definitie willekeurig en onvoorspelbaar. Maar God is niet de ultieme verklaring voor alle mysteries die de mens onder de huidige stand van de wetenschap niet kan bevatten. God werkt maar via één rechte weg, het pad van naastenliefde en positieve intenties. Als de manier waarop dit gedachtegoed zich in de praktijk manifesteert niet direct inzichtelijk is, ligt hier niet Gods onnavolgbaarheid, maar de gebrekkige kennis van de mensheid aan ten grondslag.

geplaatst onder Religie

Jouw reactie:

 


  • 2016
  • 2015
  • 2013
  • 2012
  • 2011
  • 2010
  • 2009
  • 2008

  • Privacy
    Disclaimer